Het aantal sportscholen in Nederland is in 2018 met 4% toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Daarmee zet de groeitrend door die sinds 2016 is ingezet, na een aantal jaar stagnatie. Dit blijkt uit recente gegevens van het CBS. In totaal zijn er nu 1.410 bedrijven actief met gezamenlijk 1.530 vestigingen. Individuele sportinstructeurs worden hierbij niet meegerekend. Met vestigingen worden afzonderlijk gelegen ruimtes of terreinen bedoeld die benut wordt voor het uitoefenen van fitnessactiviteiten.
Aantal sportscholen per jaar
Groot deel sportscholen bestaat uit zelfstandigen
Van de sportscholen in Nederland bestaat een groot gedeelte (65%) uit zelfstandigen zonder personeel en 80% van de sportscholen heeft niet meer dan twee medewerkers in dienst. Er zijn dus veel kleinschalige bedrijven actief op de markt. Slechts 5% van de bedrijven heeft tien of meer medewerkers in dienst. Hieronder vallen bekende fitnessketens zoals Basic-Fit, Fit For Free en Anytime Fitness.
Aantal sportscholen in Nederland groeit weer sinds 2016
In ons land zit het aantal sportscholen al jarenlang in de lift. Ten opzichte van tien jaar geleden is het aantal bedrijven met 23% toegenomen en het aantal vestigingen groeide zelfs met 29%. In totaal kwamen er het laatste decennium 340 sportcentra bij. De groei stagneerde vanaf 2012 wel enkele jaren maar sinds 2016 is er weer een opwaartse trend zichtbaar. Sindsdien zijn er 125 nieuwe vestigingen bij gekomen.
Dichtheid fitnesscentra wisselt per provincie
Het aantal vestigingen per hoofd van de bevolking is de laatste jaren flink toegenomen. Per 11.000 inwoners is er vandaag de dag een vestiging voorhanden. Dit lag tien jaar geleden nog beduidend lager met één vestiging per 14.000 inwoners. De dichtheid van het aantal sportscholen per provincie wisselt sterk. Zo is er in Utrecht en Noord-Brabant per 9.800 inwoners een vestiging, terwijl in Zeeland, Groningen en Limburg maar één vestiging per 15.000 inwoners aanwezig is. De hoogste dichtheid met fitnesscentra vindt men in Flevoland met één vestiging per 9.000 inwoners.
